Bevallingsinformatie

De normale termijn om te bevallen is tussen 37 en 42 weken zwangerschap. Wanneer je voor 37 weken het idee hebt dat de bevalling begint, is het belangrijk ons op tijd te bellen.

Aan het einde van de zwangerschap gaat het lichaam zich voorbereiden voor de bevalling. Dit kun je merken door het toenemen van harde buiken. Soms verlies je in de tijd voor de bevalling de slijmprop. Dit is een prop slijm, soms vermengd met wat bloed, die uit de baarmoedermond komt. Deze slijmprop kun je soms dagen of uren voor de bevalling verliezen. Wanneer je nog geen weeën hebt en de vliezen nog niet gebroken zijn kun je rustig afwachten.
 

DE ONTSLUITING

Tijdens de zwangerschap is de baarmoeder vaak nog gesloten en stug. Tijdens de bevalling zorgen de weeën ervoor dat de baarmoedermond langzaam weker wordt en open gaat. Dit is de ontsluiting. In totaal moet de baarmoedermond open tot 10 cm ontsluiting. Om te meten hoeveel ontsluiting er is, zullen we een aantal keer inwendig voelen. In het begin van de bevalling zullen de weeën nog onregelmatig komen en kort duren. Deze fase van de bevalling zorgt voornamelijk voor het weker en korter worden van de baarmoedermond. Je zult merken dat de weeën steeds sneller achter elkaar komen, steeds langer duren en pijnlijker worden. De eerste centimeters duren vaak het langst.

De tweede helft van de bevalling gaat vaak sneller. Wij raden je aan tijdens de beginfase nog zoveel mogelijk afleiding te zoeken. Op een gegeven moment zal dit niet meer lukken en zul je meer concentreren op de weeën. Het is belangrijk om een fijne houding te zoeken waarin je de weeën goed kunt opvangen. Hiernaast is het belangrijk om af en toe van houding te veranderen. Voorbeelden van houdingen zijn: zittend, liggend op je rug, liggend op je zij (eventueel met een kussen tussen je knieën), voorovergebogen staand, lopend, onder de douche of in bad.
 

VRUCHTWATER

Het breken van de vliezen kan op verschillende momenten van de bevalling plaatsvinden. Soms begint de bevalling met het breken van de vliezen, soms heb je al weeën en soms breken wij de vliezen tijdens de bevalling. Wanneer je vliezen gebroken zijn verlies je waterdun vocht uit de vagina. Normaal is vruchtwater helder van kleur met soms witte vlokjes of wat rozig bloedverlies. Wanneer de vliezen gebroken zijn, probeer wat vruchtwater op te vangen met een glas of een maandverband. Zo kun je goed de kleur van het vruchtwater beoordelen. Soms is het vruchtwater bruin, groen of geel van kleur. Dit betekent dat het kindje in het vruchtwater heeft gepoept. In dit geval is het belangrijk direct contact op te nemen met ons.

Wanneer de bevalling begint met het breken van de vliezen, duurt het soms even voordat de weeën opgang komen. In dit geval kunnen we nog rustig afwachten en probeer nog wat te slapen.
 

DE UITDRIJVING

Wanneer er 10 cm ontsluiting is bereikt zullen de ontsluitingsweeën langzaam over gaan in persweeën. Je krijg dan drukgevoel alsof je moet poepen. Wanneer dit het geval is beginnen we met persen. Het kindje zal stukje voor stukje dichter bij de uitgang komen. Meestal ligt de tijd dat er geperst wordt ergens tussen het kwartier en de anderhalf uur, maar dit kan ook langer of korter duren. Wij houden ook tijdens deze fase de conditie van de baby goed in de gaten. Na de geboorte zullen we de baby zo snel mogelijk op jouw buik leggen.

DE NAGEBOORTE

Binnen een uur (meestal binnen een kwartier) na de geboorte wordt de moederkoek (placenta) geboren. Vrij snel hierna bekijken we of er gehecht moet worden. Wanneer dit nodig is zullen wij een plaatselijke verdoving geven (ook thuis). Wanneer je borstvoeding wil geven is het ons streven om de baby binnen een uur aan de borst te leggen. Pas na het eerste uur zullen we de baby uitgebreid onderzoeken. We zullen tot ongeveer 2 uur na de geboorte bij jullie blijven.

Hoe bereid je je voor?

De naderende bevalling is voor de meeste zwangeren erg spannend. Vooral bij je eerste kindje is het lastig voor te stellen wat je moet verwachten. Maar ook bij een tweede of volgende kindje weet je natuurlijk nooit hoe het dit keer zal gaan. Wanneer gaat het beginnen? Hoe zul je reageren op de weeën? Elke bevalling is anders en elke vrouw beleeft het op haar eigen manier.

Tijdens de zwangerschap zijn er meerdere manieren om je voor te bereiden op de bevalling. Zo kun je een zwangerschapscursus volgen, het één en ander lezen in boeken of op internet en praten met vriendinnen en familieleden. Vanaf ongeveer 30 weken zwangerschap zullen wij met je de bevalling doornemen op het spreekuur. Mocht je hier al eerder behoefte aan hebben, dan kun je dit natuurlijk aangeven. Tijdens deze consulten zullen we vertellen wat je kunt verwachten tijdens een bevalling, wanneer je moet bellen en eventuele wensen zullen besproken worden.

Soms is het fijn om jouw/jullie geboortewensen op te schrijven in een document. Je kunt hierin aangeven wat je belangrijk vindt, wat je ideeën en wensen zijn en hoe je graag wilt dat er met je omgegaan wordt. Jullie geboortewensen kunnen we dan tijdens het spreekuur bespreken. Bij 32 weken zullen we je een format voor de geboortewensen meegeven, zodat je deze thuis kunt invullen. Daarnaast is er een folder ontwikkeld met alle mogelijke houdingen tijdens de bevalling, ‘Welke houding past bij jou?’, hier kun je ook alvast naar kijken. 

Kijk ook voor meer informatie naar de folder van de KNOV ‘hoe bereid je je voor?’.

Hoe ga je om met pijn?


Bevallen doet pijn. Daar kan niemand omheen. Maar elke bevalling is anders. De ene vrouw kan gemakkelijker met de pijn omgaan dan de andere. Hoeveel pijn jij zult hebben, kan dus niemand voorspellen. Er zijn meerdere manieren om met de pijn om te gaan. Hierover zullen we het hebben op het spreekuur rond de 32 weken zwangerschap. In dit consult bespreken we de niet-medicamenteuze en medicamenteuze pijnstilling. Tevens geven we je dan de folder ‘hoe ga je om met pijn?’ van de KNOV.

Iedereen heeft een eigen manier om met de pijn om te gaan. De één vangt de weeën ademend op terwijl de ander veel geluid produceert om de pijn te kunnen handelen. Er zijn vrouwen die steeds moeten lopen en bewegen en vrouwen die liever liggen, vrouwen die veel gebruik maken van warm water en vrouwen die liever droog blijven. Het één is niet beter dan het ander.

Zoek afleiding

In het begin als de weeën nog niet zo heel sterk zijn, kan je het beste afleiding zoeken en je niet helemaal focussen op de pijn. Anders zou je het gevoel kunnen krijgen dat het allemaal erg lang duurt.

Probeer positief te blijven denken en bedenk dat iedere wee de geboorte van je kind dichterbij brengt. De pijn kan heel heftig zijn maar ebt altijd na ongeveer een minuut weer weg waarna je je weer kunt ontspannen.

Een rustige ontspannen omgeving waarin je je prettig voelt is ook belangrijk. Andere mensen, of kinderen kunnen je opeens storen. Bespreek van te voren dat dit kan gebeuren. Vraag ze om weg te gaan als je merkt dat hun aanwezigheid je stoort in je concentratie om de weeën op te vangen.


TIPS OM DE WEEËN OP TE VANGEN

  • Warmte:
    Kruiken, bad of een lange warme douche. Warmte helpt je te ontspannen zodat je optimaal gebruik kunt maken van de weeën en je de pijn beter kunt op vangen. Zet eventueel een kruk onder de douche zodat je het even volhoudt.
  • Massage:
    Laat, als je dat wilt, je partner of iemand anders je rug masseren net boven of op je stuitje (vooral bij rugweeën is dit erg verlichtend).
  • Ademhalingstechnieken:
    Het volgen van een cursus is ook een manier om beter om te kunnen gaan met de pijn. Op een zwangerschapscursus leer je ademhalings- en ontspanningsoefeningen welke je kunnen helpen de weeën op te vangen. Door geconcentreerd de weeën ‘weg te zuchten’, kom je in een ritme waarbij het lichaam endorfine aanmaakt.
  • Houding:
    Ook de houding waarin je de pijn opvangt is van belang. Probeer een houding te zoeken die voor jou fijn is om de pijn op te vangen. Probeer ook tijdens de bevalling verschillende houdingen af te wisselen, ook dit kan helpen de pijn beter op te vangen. 

‘ALTERNATIEVE’ BEHANDELINGEN

Je kunt thuis alleen behandelingen krijgen waar géén medicijnen aan te pas komen. Denk bijvoorbeeld aan acupunctuur, hypnose, aromatherapie (geuren) en acupressuur. Dergelijke behandelingen moeten vaak al voor de bevalling in een cursus gevolgd worden. Wil je hier meer informatie over, vraag er dan naar op het spreekuur.
 

GEBOORTE-TENS

De geboorte-TENS is een apparaatje dat kleine stroomstootjes geeft. Je bedient het apparaatje zelf en geeft zelf aan hoe sterk de stroomstootjes moeten zijn. De geboorte-TENS neemt de pijn niet helemaal weg, maar vermindert de pijn bij sommige vrouwen wel. Het heeft geen schadelijke gevolgen voor jou of je kindje. Wil je hier meer informatie over, vraag er dan naar op het spreekuur.

PIJNSTILLING

Soms is de pijn tijdens de bevalling ondraaglijk. Uitputting, angst of spanning kunnen een rol spelen. Om de vicieuze cirkel van pijn en niet kunnen ontspannen te doorbreken, kan de pijn met medicijnen worden onderdrukt. Bij pijnstilling met medicijnen moet de conditie van de moeder en het kind goed in de gaten gehouden worden. Daarom wordt tijdens de bevalling door middel van apparatuur de hartslag, bloeddruk en ademhaling van de moeder gecontroleerd. De hartslag van de baby wordt door middel van een CTG (hartfilmpje) gecontroleerd. Bij de keuze voor pijnstilling zal de zorg dan ook worden overgenomen door de gynaecoloog en zal de bevalling plaats vinden in het ziekenhuis.

ER ZIJN DRIE SOORTEN PIJNSTILLING MOGELIJK:

DE RUGGENPRIK (EPIDURAAL)

Een ruggenprik is een injectie in je onderrug met een combinatie van pijnstillende medicijnen. Bij deze pijnbehandeling heb je geen pijn meer in je onderlichaam. De anesthesist brengt onder plaatselijke verdoving, onder in je rug middels een naald een dun soepel slangetje aan. Binnen 15 minuten voel je geen pijn meer.

VOORDELEN:

  • De meeste vrouwen (95%) voelen helemaal geen pijn meer tijdens de weeën.
  • Voor zover bekend heeft een ruggenprik geen nadelige gevolgen voor het kind of het geven van borstvoeding.
  • Je wordt niet slaperig of suf van een ruggenprik en maakt de bevalling dus helemaal mee.

NADELEN:

  • Heel soms werkt een ruggenprik maar aan één kant. Bij ongeveer 5% van de vrouwen wordt de pijn niet of nauwelijks minder.
  • De bevalling, vooral het persen, duurt langer. Daardoor heb je meer kans op een bevalling met een vacuümpomp.
  • De weeën moeten vaker met medicijnen worden ondersteund.
  • Je mag je bed niet uit, omdat je minder gevoel in je benen hebt.
  • Er wordt een infuus ingebracht, om te voorkomen dat je een te lage bloeddruk krijgt.
  • Meestal krijg je een blaaskatheter, omdat je door de verdoving niet goed voelt dat je moet plassen.
  • Je lichaamstemperatuur kan stijgen door een ruggenprik. Het is dan lastig om te bepalen of dat door de ruggenprik komt of dat het om koorts gaat door een infectie. Soms krijg je dan voor de zekerheid antibiotica. Er is een kans dat je kindje na onderzoek door de kinderarts wordt opgenomen op de kinderafdeling en ook wordt behandeld met antibiotica.

REMIFENTANIL

Remifentanil is een morfineachtige stof die wordt toegediend via een infuus, dat vastzit aan een pompje. Je kunt zelf met een drukknop de hoeveelheid Remifentanil bepalen die je toegediend krijgt. Het pompje is zo afgesteld dat je jezelf nooit te veel kunt geven. Deze vorm van pijnstilling wordt zowel gegeven in het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk als het Kennemer Gasthuis in Haarlem.

VOORDELEN:

  • Remifentanil werkt al na enkele minuten.
  • Remifentanil verdooft de pijn beter dan pethidine (maar minder goed dan een ruggenprik)

NADELEN:

  • Remifentanil kan invloed hebben op je ademhaling en op de hoeveelheid zuurstof in je bloed.
  • Er is bij remifentanil een kleine kans op een ademstilstand bij de moeder. Daarom moeten jij en je kindje bij gebruik van dit middel continu zorgvuldig in de gaten worden gehouden.
  • Remifentanil werkt optimaal 4 uur. Vandaar dat dit middel aan het begin van de bevalling niet aangeraden wordt. Vanaf ongeveer 5-6 centimeter kun je Remifentanil krijgen.

 

PETHIDINE

Pethidine wordt toegediend via een injectie in je bil of bovenbeen en lijkt op morfine. Het werkt binnen een half uur. Anders dan een ruggenprik neemt pethidine de pijn niet helemaal weg. Het verdooft volgens veel vrouwen wel de ergste pijn. Pethidine werkt 2- 4 uur.

VOORDELEN:

  • Ongeveer 50% van de vrouwen is tevreden over het pijnstillende effect
  • Je kunt slaperig worden van pethidine, of zelf in slaap vallen. Dat kan prettig zijn als je moe bent van de weeën: je kunt dan even tot rust komen.

NADELEN

  • Ook je kindje kan suf worden van pethidine. Daardoor kan het meer moeite hebben met ademhalen na de geboorte, vooral als de pethidine nog vrij kort voor de geboorte is gegeven. Soms hebben baby’s een injectie nodig om weer goed te kunnen ademhalen
  • Pethidine werkt niet zo snel. Pas binnen een half uur wordt de ergste pijn minder.
  • Je kunt misselijk, suf of slaperig worden. Het kan zijn dat je de geboorte daardoor minder bewust meemaakt.
  • Je mag niet rondlopen, omdat je sneller valt als je slaperig bent.